Vluchten hoeft niet meer

Door Madonna van Rijnberk

Ieder van ons kent deze momenten. Momenten waarop iets tegen je gezegd wordt en waar je keel van dichtknijpt. Soms zelfs voelt het als een stomp in je maag die je met volle kracht tegen de muur aandrukt.

Misselijkheid, twijfel, gevoel van kleinheid. Het komt allemaal omhoog in een fractie van een seconde. Een emotie als deze overstelpt je tijdens momenten waarop je te horen krijgt dat je iets niet goed hebt gedaan, of degene tegenover je is communicatief zo sterk dat jij niet meer weet wat je ook alweer wilde zeggen.

Al een tijd liep je rond met een vraag, met verdriet of met iets waar je boos over was. Voor jezelf heb je je gevoelens op een rijtje gezet en als een dappere dodo besluit je dit te gaan bespreken. En vaak, nog voordat jouw hoogste woord, jouw verdriet, of jouw woede de ruimte kon krijgen, zakt de moed je in de schoenen, omdat de ander tegenover jou hier een feilloos en ongenadig weerwoord op heeft die zijn weerga niet kent.

Je begint te wiebelen. Je twijfelt direct aan wat je zojuist probeerde te zeggen. Tranen komen op en je gevoel van dapperheid wordt met de grond gelijk gemaakt. Het voelt alsof jou het mes op de keel wordt gezet. Precies daar in dat moment, lijkt het alsof de rollen worden omgedraaid.
Wat doe jij? Laat je je afmaken onder het geweld van woorden en sla je op de vlucht? Slaat bij jou de twijfel toe, omdat je alleen maar verward en verstard in bevroren positie overeind kunt blijven? Of bal je je vuisten, direct klaar om het gevecht hier in dit moment aan te gaan?

Alsof er geen andere keuze bestaat in dat moment dan vechten, vluchten of bevriezen, ga je voorbij aan een totaal andere mogelijkheid. Dít is je kans! Jouw kans om te vóelen. Jouw kans om jouw verhaal uit het verleden te ontrafelen en ontwarren. Dé kans om het verhaal waarin jou ooit pijn en geweld is aangedaan te ontmaskeren. Dit is het moment waarop je jouw verhaal kunt herschrijven.
Dit is je kans om te smelten en om over te geven aan het kleine lieve kind in jezelf.

Kijk jezelf aan en bekijk het verhaal uit jouw verleden vanaf een afstand. Zie hoe je moeder je op je kop gaf als je niet voldoende voorbeeld gaf aan je broertje of zusje. Ga terug naar het moment dat je vader riep om niet zo hard met deuren te gooien, terwijl jij alleen maar heel hard de deur dichtgooide omdat je bang was voor een hond die achter je aan zat.

Zeg als een volwassen vrouw in dit verhaal tegen je moeder: Mam, ik doe mijn best. Dat ik de oudste ben, wil niet zeggen dat ik het altijd weet. Ga nu voor die kleine meid staan en zeg: Nu ben ik groot. Ik zal er altijd voor je zijn. Dit gaat je niet meer gebeuren. Ga jij nu maar weer lekker spelen.

Of je zegt pap: ‘Ik gooide met de deur omdat ik bang was. Zie je dat dan niet aan me? Nu ga je als volwassen man tussen jezelf als kleine jongen en je vader in staan en je zegt: Lieverd, ik ben nu groot en ik zal voor je zorgen. Ik zorg ervoor dat dit niet meer gaat gebeuren. Toe maar, speel weer verder, klim maar in die prachtige boom.

Herschrijf je verhaal. Kom in je kracht. Je liefdevolle kracht, waarbij je de ander in de ogen kijkt en waarbij je voelt dat dit wat jij te zeggen had, klopte.
‘Dit is het moment waarop de ander je zal zien, je aan zal kijken en zeggen:

‘Je hebt het goed. Ik deed je geweld aan. Het spijt me. Ik hou van je.’