ik rijd in de tweede versnelling
zodat ik kan stilstaan voor elke brug
en niet achteruitglijd op elke helling
het gaat zo mooi rustig en niet al te vlug
soms heb ik geen rem
dan ga ik door rood
en zet mijzelf klem
niet levend maar dood
de stoepganger naast mij gaat sneller dan ik
ze loopt en ze staat waar ze wil
door steeds te versnellen zie ik van schrik
geen barst meer
het is koud en ik ril
oh stoep je bent vij en liefdevol
een lach
er wordt volop gespeeld
er is een springtouw en een tol
dit is het allermooiste beeld
ik kijk om me heen
draai de raampjes omlaag
geen glas verhindert het zicht
ik glijd door het leven
de film gaat traag
alleen zo ontvang ik het licht